Een eerste stap in de goede richting wordt in 1900 gezet bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de parochie. Het kerkbestuur krijgt dan een grote som geld aangeboden voor de bouw van een nieuwe kerk. Ongetwijfeld heeft pastoor Van Leeuwenberg met vreugde die royale gift in ontvangst genomen, doch in hetzelfde jaar stierf hij. Zijn opvolgers, pastoor Laarhoven en pastoor Van Leer is het ook niet gelukt de bouwplannen te verwezenlijken.
Gedurende de laatste levensjaren van pastoor Van Leeuwenberg waren er onder de parochianen lijsten rondgedeeld, waarop men zich kon inschrijven voor een jaarlijkse bijdrage aan het bouwfonds van de nieuwe kerk (voor 6 jaar). Pastoor Laarhoven staakte deze actie, die al snel niet zo goed meer liep. Het ingezamelde geld ging op aan de noodzakelijke reparaties van het oude kerkje.
In 1910 richt Laarhoven de zgn. Penningvereniging op. Deze vereniging bestond uit 14 meisjes. In ongeveer vier jaar tijd wisten deze meisjes, die alle zondagen met gesloten busjes door het dorp gingen, een bedrag van maar liefst 6000 gulden te verzamelen. Wanneer Laarhoven in 1916 wordt overgeplaatst naar Wijk bij Duur- stede zijn er echter nog steeds geen concrete plannen voor een nieuw en groter kerkgebouw. Het kerkje was inmiddels veel te klein geworden, omdat het aantal parochianen sedert 1875 bijna verdubbeld was (ca. 1200).
De ook in zakelijk opzicht uiterst bekwame pastoor Wolters gaat dan ook onmiddellijk na zijn komst hard aan het werk. Zijn voortvarendheid blijkt wel uit het feit dat al op 27 februari 1917 door het kerkbestuur van de Wed. Ploem.Oorthuis het in 1861 gebouwde herenhuis Lemgo met de daarbij behorende terreinen wordt aangekocht voor 17.653 gulden. In de zomer van hetzelfde jaar volgt de aankoop van het huis en de tuin van de smid H. Janssen, ten westen van Lemgo aan de Utrechtseweg gelegen (nu pastorie en tuin). Door deze aankoop werd een stuk grond verworven, dat aan de Utrechtseweg een frontbreedte had van 70 meter, en dat zich in noordelijke richting uitstrekte tot aan de Groeneweg.
In 1920 koopt de kerk dan nog de villa Ewilca met de grond, zodat het kerkbestuur voor de bouw van een kerk, scholen en klooster en de aanleg van een kerkhof twee zeer dicht bij elkaar gelegen bouwterreinen van totaal ruim 5 1/2 hectare ter beschikking heeft.
Met een lening van 70.000 gulden, een ruime gift van Mgr. Van de Wetering en de wekelijkse bijdragen, die dankzij de onvermoeibare ijver van vele zelatrices per jaar 4000 gulden opbrengen, gelukt het pastoor Wolters een gezonde financiële basis te leggen voor de bouw van de nieuwe kerk.
In 1919 is het eindelijk zo ver, dat het benodigde geld aanwezig is. De architect Jos. Cuypers heeft reeds een plan klaar voor een kerk, bestaande uit een schip met houten gewelven, van ca. 550 zitplaatsen. De aanbesteding wordt al voorbereid. Dan schrijft pastoor Wolters in het Memoriale: ‘Zoo naderde het najaar van 1920. Plotseling deed zich over de geheele wereld een enorme prijsdaling gelden, gepaard gaande met groote werkloosheid, zoodat wij onmiddellijk besloten af te wachten wat dit alles zoude uitwerken’.
Ten gevolge van de economische regressie worden de plannen pas weer in het voorjaar van 1922 voor de dag gehaald. Pastoor Wolters: ‘Dankzij de groote prijsdalingen en onze afwachtende houding, alsmede het in dien tijd overgespaarde geld, konden wij onze plannen aanmerkelijk verbeteren’. En inderdaad, het schip kan worden uitgebreid met een priesterkoor en twee beuken, terwijl de houten gewelven in steen kunnen worden uitgevoerd.
Op 22 augustus 1922 vindt dan ook de aanbesteding plaats, en wordt de bouw gegund aan de laagste inschrijver, G. Nollen uit Den Haag (f97.650 met leien dakbedekking). Maandag 11 september wordt de eerste spade in de grond gestoken. Ruim twee maanden later, op 23 november, vindt de eerste steenlegging plaats. Aangezien tijdens de winter de bouw niet stagneert kan precies één jaar na het begin van de werkzaamheden, op 11 september 1923, de nieuwe kerk door de aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Van de Wetering, worden geconsacreerd. Eindelijk heeft Renkum zijn nieuwe kerk. Zondagavond, 6 oktober, neemt de parochie definitief afscheid van het oude kerkje. In een plechtige processie brengt men het H. Sacrament over naar de feestelijk verlichte nieuwe kerk. De oude kerk wordt in het najaar gesloopt.